Het aspect kan omschreven worden als de manier waarop de spreker een handeling beleeft op het moment van het gesprek. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de tijd, zoals in het nederlands, maar in de aard van de handeling.
Drie basis vormen van het aspect zijn:
Aspecten | Omschrijving | Vorming |
---|---|---|
Onvoltooid aspect | Gebeurtenis is aan de gang of wordt herhaald en is nog niet afgerond. | Stam 1 |
Momentaan aspect | Gebeurtenis op het moment van de uiting, die is afgerond. | Stam 2 |
Voltooid (resultatief) aspect | Afgeronde handeling in het verleden met gevolg in het heden, verleden of toekomst. | Hulpwerk- woord + infinitief |
De volgende grammatikale tijden van een werkword die gevormd met stam 1, het onvoltooide aspect:
- De onvoltooid tegenwoordige tijd - «ο ενεστώτας».
- De onvoltooid verleden tijd - «ο παρατατικός».
- De onvoltooid toekomende tijd 1 - «o μέλλοντας 1».
- De aanvoegende wijs 1 - «υποταχτική 1».
- De gebiedende wijs 1 - «πτοσταχτική 1». *
Wanneer de activiteit voldoet aan de volgende criteria:
- De actie of gebeurtenis is nog aan de gang.
- De actie of gebeurtenis is nog een herhaling of routine.
- De actie of gebeurtenis heeft nog een open einde.
«Ο ενεστώτας»: Bij de vorming van deze tijd moeten we de twee vervoegings groepen kennen waarin de werkwoorden verdeeld zijn, nl. de eerste vervoeging, A en tweede vervoeging, B.
De de eerste vervoeging, A kan ook weer verdeeld worden in 1) de actieve werkwoorden met het accent op de laatste lettergreep van de stam b.v. «ντύνω» met als stam «ντύν-» en de medio passieve vorm met het accent op de derde lettergreep van achter «ντύνομαι». En 2) de samengevoegde woorden, waarvan er slechts enkele zijn, zoals «ακούω» - horen, luisteren en «κλαίω» - huilen, waarbij eigenlijk een onzichtbare «-γ-» wegvalt bij het vormen van de stam, v.b. «ακού(γ)-» en «κλαί(γ)-». De tweede vervoeging, B, onderverdeeld in 1) de groep met het accent op «-άω» of «-ώ» voor de actieve- en op «-ιέμαι» voor de passieve werkwoorden en 2) de group met enkel de uitgang «-ώ», voor de actieve - en «-oύμαι» voor de passieve werkwoorden.
«Ο παρατατικός» and «o μέλλοντας 1» worden beiden gekenmerkt door het gebruikt van de 1ste stam, maar voor «ο παρατατικός» moet een onderscheid gemaakt worden tussen de eerste en de tweede vervoeging.
* Deze wijs, met het onvoltooide aspect en stam 1, wordt alleen gebruikt bij de zo genoemde mediale werkwoorden (werkwoorden waarbij het onderwerp de handeling bij zichzelf verricht), b.v. «ντύνω» - «ντύνου» of «ντύνεστε» - zich aankleden. Deze wijs wordt gevormd door aan het einde van stam 1 «ντύν-», «-ου» toe te voegen, met het accent op de voorlaatster lettergreep en door de uitgang «-εστε» te gebruiken met het accent op de derde lettergreep van achter, voor de beleefde vorm.
De volgende grammatikale tijden van een werkwoord worden gevormd met het momentane aspect (stam 2):
- De onvoltooid tegenwoordige tijd - «ο ενεστώτας». *
- De onvoltooid verleden (aoristus) tijd - «ο αόριστος».
- De onvoltooid toekomstige tijd 2 - «o μέλλοντας 2».
- De aanvoegende wijs 2 - «υποταχτική 2».
- De gebiedende wijs 2 - «πτοσταχτική 2».
Wanneer de activiteit voldoet aan de volgende criteria:
- De activiteit is een afgeronde gebeurtenis. Het drukt het feit uit dat een verhaal of cionversatie beeindigd is. In dit geval is de activiteit belangrijker dan het gevolg ervan.
* De onvoltooid tegenwoordige tijd is de enige tijd die bij twee aspecten hoort en mede daarom wordt nooit de 2de en 3de stam gebruikt voor handelingen of activiteiten in de tegenwoordige tijd.
Als het momentane aspect niet helemaaal duidelijk is kan men uitzoeken of het onvoltooide of voltooide aspect van toepassing zijn en aan de criteria voldoen. Zo niet, dan is het duidelijk welk aspect gebruikt kan worden. Het wordt ook het meest normale aspect genoemd.
De volgende grammatikale tijden van een werkwoord worden gevormd met het voltooide aspect
(stam 2 + 3):
- Het passieve voltooid tegenwoordige deelwoord «ο παρακείμενος».
- Het passieve voltooid verleden deelwoord «o υπερσυντέλικος».
- Het passieve voltooide toekomstige onbepaalder wijs «o συντελεσμένος μέλλοντας».
- De aanvoegende wijs 2 - «υποταχτική 2». *
Wanneer de activiteit voldoet aan de volgende criteria:
- De gevolgen van de activiteit zijn merkbaar in het heden.
- De gevolgen van de activiteit zijn merkbaar in het verleden.
- De gevolgen van de activiteit zijn merkbaar in de toekomst.
* «να» or «ας» followed by a past perfectum, i.e. είχα and the indefinite form (infinitive)
Voorbeelden van een ononderbroken aspect:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Η Ελένη γράφει στη μητέρα της συχνά. | Helen schrijft haar moeder vaak. |
2Πριν της έγραφε* κάθε εβδομάδα. | Vroeger schreef ze haar elke week. |
3Δεν πρέπει να την ενοχλήσεις τώρα γιατί γράφει. | Je moet haar nu niet lastig vallen want ze schrijft. |
4Συγχρόνως που τηλεφώνησες έγραφα ένα γράμμα. | Op dezelfde tijd dat je belde schreef ik een brief. |
5Χτες ο Πέτρος διάβαζε ένα βιβλίο. | Gisteren las Peter een boek. |
- In deze zin wordt de onvoltooid tegenwoordige tijd gebruikt van «γράφω», met de 1ste stam «γράφ-». Het onvoltooide aspect is hier gebruikt, want het woord «συχνά» wijst op herhaling.
- Deze zin staat in de onvoltooid verleden tijd door de verwijzing van «πριν». Maar de routine van «κάθε εβδομάδα» geeft weer aan dat de 1ste stam gebruikt moet worden.
- Hier geeft het woord «τώρα» in combinatie met het andere werkwoord in de zin «ενοχλώ» aan dat het werkwoord «γράφω» als een doorlopende activiteit gezien moet worden.
- In deze zin zien we twee zinsdelen nl. «συγχρόνως που τηλεφώνησες» - op dezelfde tijd dat je belde. Dit is een afgeronde handeling, dus wordt het momentane aspect gebruikt en wordt het werkwoord «τηλεφωνώ» in de aoristus vervoegd. Het tweede deel «έγραφα ένα γράμμα» - schreef ik een brief functioneert als achtergrond waarin het eerste zinsdeel wordt afgerond. Hierbij moet nog vermeld worden dat bijwoorden die een duidelijk tijdstip uitdrukken, zoals «συγχρόνως», worden geïnterpreteerd als een ononderbroken voortgang, dus dan weer het onvoltooide aspect.
- In deze zin weten we dat Peter gisteren een boek las. Als we over een activiteit of situatie spreken, waarvan we het begin en het einde niet weten, wordt dat gezien als een ononderbroken handeling. Vandaar is het werkwoord «διαβάζω» in de 3de persoon enkelvoud van de onvoltooid verleden tijd vervoegd. De toehoorder weet dan dat de spreker ook niet weet of Peter wel of niet het hele boek heeft uitgelezen.
*Als een werkwoordsvorm één stam lettergreep heeft die begint met een medeklinker en een eind lettergreep, zoals het werkwoord «μένω», gaat de «ε-» met een accent, vooraf aan de stam in de onvoltooid verleden tijd en de aoristus. Dit fenomeen heet het augment, dat in het nederlands toevoeging of toegevoegde klank betekent en dat alleen voorkomt in de verleden tijden van het actieve werkwoord.
Het augment is in het leven geroepen vanwege een regel, waarbij het accent op de twee na laatste lettergreep van een actieve werkwoordsvorm in de verleden tijd moet komen. Normaliter komt het accent ook op de derde lettergreep van achter bij werkwoordsvormen van meer dan twee lettergrepen en blijft het de gehele vervoeging op dezelfde lettergreep staan in de niet verleden tijden.
Augmentatie in het Moderne Grieks wordt in drie categorieën verdeeld t.w.:
Als aanvulling op de vorming van de bovengenoemde tegenwoordige tijd en de verleden tijd wordt het onvoltooide aspect eveneens gebruikt om de eerste onvoltooide toekomstige tijd te vormen.
De beide toekomstige tijden worden omschrijvend gevormd, d.w.z. ze bestaan uit twee woorden, het partikel «θα» en het werkwoord. De onvoltooid toekomstige tijd, ook wel ononderbroken toekomstige tijd genoemd, wordt gevormd met de 1ste stam (onvoltooid aspect)
Voor de toekomstige tijdsvormen gelden dezelfde regels v.w.b. het aspect, als voor de tegenwoordige en verleden tijd. Ook bij deze tijden hebben we te maken met een voortdurende of ononderbroken gebeurtenis, een beknopte afgeronde handeling en een afgeronde situatie in het verleden met gevolg in het heden.
Voorbeelden hiervan zijn:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Θα μ’αγαπάς για πάντα; | Zul je altijd van me houden? |
2 Ναι, και δεν θα αγαπήσω ποτέ άλλη γυναίκα. | Ja, en ik zal nooit van een andere vrouw houden. |
3Θα διαβάζω όλη μέρα την Κυριακή | Ik zal de gehele zondag gaan lezen. |
4Από αύριο αυτός θα γυμνάζεται κάθε μέρα δύο ώρες. | Vanaf morgen zal hij elke dag twee uur trainen. |
5Την επόμενη εβδομάδα τέτοια ώρα θα στέλνουμε αυτά τα γράμματα. | Volgende week om deze tijd zullen we die brieven versturen. |
- In de zinnen 1 en 2 hebben we te maken met een ononderboken en voortdurende situatie, maar ondanks dit aspect wordt in zin 2 toch deze toekomstige tijd gevormd met de 2de stam, omdat de spreker het plan heeft opgevat om altijd van de dame, die de vraagt stelt, te blijven houden. (zie hieronder voor het voltooide aspect)
- Zin 3 geeft een ononderbroken gebeurtenis weer door het zinsdeel «όλη μέρα».
- Zin 4 geeft een gewoonte weer door het zinsdeel «κάθε μέρα».
- Zin 5 geeft een doorlopende vooruitgaande handeling weer.
De tweede toekomstige tijd drukt een actie of handeling uit die in de toekomst plaats vindt en op een zeker moment in de toekomst eindigt. Deze tijd wordt gevormd met de 2de stam en wordt eveneens gebruikt om iets beleefd te vragen, als men op het punt staat iets te doen of iets van plan is.
Enkele voorbeelden hier van:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Θα σου τηλεφωνήσω αύριο στο απόγευμα | Ik zal je morgen in de namiddag bellen. |
2Θα μου δώσεις το παλτό μου, Γιάννη; | Kun je me mijn jas geven, Jan? (beleefde vraag) |
3 Θα φύγω αύριο στις έξι. | Ik zal vertrekken (van plan zijn) morgen om zes uur. |
Voorbeelden van een momentaan aspect:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Χτες ο Πέτρος διάβασε ένα βιβλίο. | Gisteren las Peter een boek. |
2Χτύπησα την πόρτα τρεις φορές. | Ik klopte drie keer op de deur. |
3Τούτη τη φορά ξέφυγε από την καταπακτή. | Deze keer ontsnapte hij door het luik. |
4Χτες το απόγευμα ο Πέτρος έπαιξε μπάσκετ. | Gisteren in de namiddag speelde Peter basketbal. |
5Έτρεξε το μαραθώνιο χτες. | Hij liep gisteren de marathon. |
- In deze zin komt uit de uitgang van het werkwoord «διαβάζω» - lezen naar voren dat Peter gisteren een heel boek heeft uitgelezen, want het staat vervoegd in de 3de persoon enkelvoud van de aoristus verleden tijd. De gebeurtenis is door de spreker gezien als een complete afgesloten handeling.
- Hier is weliswaar sprake van een herhaalde handeling in het verleden, maar wel afgesloten en dan wordt de 1ste persoon enkelvoud van de aoristus verleden tijd gebruikt.
- Mede door de zinsnede «τούτη τη φορά» - deze keer is er sprake van een afgesloten handeling in het verleden en wordt het werkwoord «ξεφεύγω» - ontsnappen, in de 3de persoon van de aoristus v.t. vervoegd.
- In deze zin een afgeronde activiteit met «χτες το απόγευμα», dus wordt het werkwoord «παίζω» in de 3de persoon enkelvoud van de aoritus v.t. vervoegd.
- Een duidelijke afgeronde activiteit in het verleden vanwege het woord gisteren, derhalve is «τρέχω» in de 3de persoon enkelvoud van de aoritus v.t. vervoegd.
De voltooide tijd is een werkwoordsvorm die een tijd en een aspect vertegenwoordigt. Een aspect omdat de activiteit als afgerond wordt beschreven en een tijd omdat de activiteit in een tijdvak wordt geplaatst.
Om precies te zijn omschrijft de voltooide tijd een gebeurtenis of handeling in het verleden, met gevolgen in het heden, waarbij de handeling zelf het minst belangrijk is.
De voltooide tijden worden gevormd door een verbogen vorm van het hulpwerkwoord «έχω» voor een onveranderlijke werkwoordsvorm, de infinitief genoemd, te plaatsen. Deze werkwoordsvorm is ontleend aan de 2de stam van het werkwoord (voltooid aspect). Dit geldt voor de voltooid tegenwoordige tijd, de voltooid verleden tijd en de voltooid toekomende tijd.
Voorbeelden met het voltooide aspect
(de voltooid tegenwoordige tijd «ο παρακείμενος»:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Πέρυσι έχεις γράψει το ιστορία. | Vorig jaar heb je het verhaal geschreven. |
2Είχες γραφεί το ιστορία πέρυσι. | Het verhaal werd vorig jaar (door jou) geschreven. |
3Ο Γιάννης δεν έχει δουλέψει από χρόνια. | Jan heeft jaren niet gewerkt. |
4Ο Πέτρος έχει δουλέψει πολύ σκληρά σήμερα. | Peter heeft vandaag heel hard gewerkt. |
Het verhaal uit de zinnen 1 en 2 is vorig jaar geschreven, maar het belangrijkste is dat het nu nog steeds beschikbaar is. Dus een doorlopende situatie. In zin 2 is de aoristus infinitive van het passieve werkwoord «γράφομαι» gebruikt met het hulpwerkwoord «έχω» in the onvoltooid verleden tijd.
Jan uit zin 3 heeft jaren niet gewerkt en uit de zin komt naar voren dat hij nog steeds niet werkt, dus ook hier een v.t.t. met een gevolg voor het heden.
Uit zin 4 blijkt ook dat er nog een vervolg op het harde werken van Peter is. Hij kan bv. moe zijn of vroeg naar bed gaan. Bijgevolg wordt dit gezien als een situatie die begon in het verleden met een gevolg voor het heden
De voltooid toekomende tijd wordt ook gevormd met de 2de stam (voltooid aspect) en drukt een handeling of situatie uit die in de toekomst eindigt maar niet expliciet genoemd of aangehaald wordt. Bovendien zal het resultaat ervan samenhangen met die tijd in de toekomst. Tevens kan de voltooid toekomende tijd gebruikt worden in een modale betekenis, waarbij het resultaat van de beëindigde situatie van het werkwoord samenhangt met de tegenwoordige tijd, zoals in de zinnen 5 en 6.
Enkele voorbeelden hier van:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Μέχρι το καλοκαίρι η Ελένη θα έχει μάθει τέλεια Ισπανικά | Tot aan de zomer zal Helen perfect Spaans leren. |
2Η κυβέρνηση ελπίζει ότι μέχρι το τέλος του χρόνου θα έχει λυθεί το πρόβλημα. | De regering hoopt dat ze het probleem tegen het einde van het jaar opgelost hebben. |
3Μέχρι τη μέρα των εξετάσεων θα έχω διαβάσει πολύ. | Tot aan de dag van de examens zal ik veel gelezen hebben. |
4Ως την ώρα του φαγητού θα έχουμε γυρίσει από τη θάλασσα. | Tegen etenstijd zullen we van zee terugkeren. |
5Πιστεύω ότι θα κουραστεί πολύ. | Ik geloof dat zij erg moe is geworden. |
6Θα έχει θυμώσει μαζί σου. | Hij moet kwaad op je zijn geworden |
Voor positieve gebiedende uitspraken kunnen vier verschillende aspecten gebruikt worden t.w. het onvoltooide aspect in de 2de persoon enkel- en meervoud en het momentane aspect in de 2de persoon enkel- en meervoud, b.v.:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Μίλα λίγο πιο καθαρά, γιατί δε σ'ακούω. | Spreek wat duidelijker, want ik hoor je niet. |
2Σώπαινε, επειδή αυτή δεν το θέλει να ακούσει. | Zwijg, want zij wil het niet horen. |
3Τρώγε το φαγητό σου γιατί θα κρυώσει. | Eet je voedsel op, want het wordt koud. |
4Κράτα αυτή τη φωτογραφία για να με θυμάσαι. | Bewaar die foto zodat je je mij herinnert. |
Door de strekking van het tweede zinsdeel worden de handelingen in de zinnen 1 en 2 als ononderbroken gezien en derhalve is het onvoltooide aspect (stam 1) in de tweede persoon enkelvoud van de werkwoorden «μιλάω» - spreken en «σωπαινω» - het zwijgen opleggen, gebruikt.
N.B.
De gebiedende wijs met het ononderbroken, voortdurende aspect wordt alleen gebruikt bij de actieve werkwoorden.
In de zinnen 3 en 4 worden onmiddelijke handelingen uitgedrukt, waarbij de commando's, directer en minder beleefd zijn. Hiervoor wordt dus ook het onvoltooide asprect (stam 1) gebruikt in de tweede persoon enkelvoud van de werkwoorden «τρώω» - eten en «κρατάω» - houden, bewaren.
De gebiedende wijs met het momentane aspect (aoristus - met de 2de stem), wordt gebruikt voor een handeling die zal worden beeindigd:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Άνοιξε το παράθυρο! | Open het raam! |
2Γράψε πέντε φορές τη λέξη «οικογένεια»! | Schrijf vijf keer het woord familie! |
3Ρίξτε σε ένα μπολ το λάδι και το λεμόνι και ανακατέψτε τα! | Giet in een kom de olie en het citroensap en meng ze! |
4Προσέξτε, κατά τη διάρκειά της εκδρομής σας! | Wees voorzichtig, tijdens jullie uitstapje! |
Bij de zinnen 1 en 2 is het momentane aspect (aorist of perfectief met de 2de stam) gebruikt, d.w.z. de duur van de handelingen is beknopt. Dus worden ze als afgerond gezien. Derhalve is de aoristus van de gebiedende wijs van de werkwoorden «ανοίγω» - openen en «γράφω» - schrijven gebruikt in de 2de persoon enkelvoud.
In zin 3, een instructie uit een recept, wordt hetzelfde aspect gebruikt van de werkwoorden «ρίχνω» - richten en «ανακατεύω» - mixen, mengen gebruikt, maar dan in de 2de persoon meervoud.
Hetzelfde geldt voor zin 4, waarbij de gebiedende wijs van het werkwoord «προσέχω» - opletten, voorzichtig zijn met het momentane aspect (aorist of perfectief met de 2de stam) in de 2de persoon meervoud gebruikt wordt.
De enige manier om orders voor herhaalde of ononderbroken, voortdurende handelingen met passieve werkwoorden uit te drukken is door de aanvoegende wijs (conjunctief) te gebruiken, b.v.: «Να ντύνεσαι πιο ζεστά, όταν είναι χειμώνα!» - Kleed je warmer s het winter is!
De enige manier om orders te geven voor de passieve werkwoorden is door het momentane aspect te gebruiken, dus de aoristus vorm met de 2de stam
Voor de gebiedende wijs van werkwoorden in de lijdende vorm wordt dus alleen het momentane aspect met de 2de stam gebruikt:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Ντύσου καλά σήμερα, κάνει κρύο! | Kleed je vandaag goed aan, het is koud! |
2Σκέψου όμορφα πράγματα! | Denk aan mooie dingen! |
3Δέξου το, αυτό θα είναι πολύ πιο εύκολο! | Accepteer het, dat zal veel gemakkelijker zijn! |
4Περιποιήσου λίγο, μη βγαίνεις έτσι έξω! | Let een beetje op jezelf, ga zo niet naar buiten! |
5θυμηθείτε να αγοράσετε λίγο κρασί για το βράδυ! | Denkt u (of: denken jullie) eraan wat wijn te kopen voor vanavond! |
6Κάθεστε! | Gaat u (of: gaan jullie) zitten! |
7Ντρέπεστε να μη μ'εμπιστεύεστε! | Schamen jullie je (of: schaamt u zich ) om me niet te vertrouwen! |
8Ελάτε εδώ αμέσως! | Komen jullie (of: komt u) onmiddelijk hier! |
Voor de zinnen 1 t/m 4 is de gebiedende wijs gebruikt met perfectieve aspect (d.i. de aoristus of het momentane aspect - plus de 2de stam) in de 2de persoon enkelvoud. Hetzelfde geldt voor de zinnen 5 t/m 8 in de 2de persoon meervoud.
Voorbeelden van de voltooid tegenwoordige tijd in vergelijking met de aoristus verleden tijd:
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Βελτιώθηκε πολύ σήμερα ο καιρός. | Het weer werd veel beter vandaag |
2Έχει βελτιωθεί πολύ σήμερα ο καιρός. | Het weer is beter geworden vandaag |
3Διάβασα ογδόντα σελίδες μέχρι τώρα. | Ik heb (las) tot nu toe tachtig bladzijden gelezen |
4Έχω διαβάσει ογδόντα σελίδες μέχρι τώρα. | Ik heb tot nu toe tachtig bladzijden gelezen |
5Έφαγα κιόλας δυο μήλα. | Ik at al twee appels. |
6Έχω φάει κιόλας δυο μήλα. | Ik heb al twee appels gegeten. |
De voltooid tegenwoordige tijd kan in veel situaties uitgewisseld worden met de aoristus, zoals in zin 1 en 2. In het bijzonder in de gevallen waar de aoristus mogelijk geïnterpreteerd kan worden als een complete handeling met een effect in het heden en zelfs in gevallen waarin de handeling herhaald wordt met de bijwoorden «μέχρι τώρα» (zin 3) en het bijwoord «κιόλας»(zin 5)
Er zijn echter gevallen waarbij het niet passend is om deze tijden door elkaar te gebruiken en waar we een van de twee moeten gebruiken met hun eerder genoemde aspect richtlijnen.
ελληνικά | ολλανδικά |
---|---|
1Ο Πέτρος κοιμήθηκε νωρίς χθες το βράδυ. | Peter is gisteren avond vroeg naar bed gegaan. |
2Ο Πέτρος έχει πέσει για ύπνο από τις 9.30. | Peter is in slaap gevallen om half tien. |
- Hier is de aoristus v.t. gebruikt, omdat een bepaalde tijdsverwijzing met «χθες το βράδυ» wordt aangegeven. Dan wordt ervan uitgegaan dat het een afgeronde handeling in het verleden betreft en mag hier de v.t.t. niet gebruikt worden.
- Wordt de tijd gecombineerd met het voorzetsel «από» dat een periode weergeeft, die vanaf een tijdstip in het verleden begon en tot het moment van spreken voortduurt, dan wordt wel de v.t.t. gebruikt.
Omdat de termen momentaan (perfectief) aspect, voortdurend/ononderbroken (imperfectief) aspect en voltooid (perfect) aspect nogal verwarrend zijn en er veel grammaticale omschrijvingen voor gebruikt worden volgt hier wat extra uitleg:
- Een voltooide tijd is een grammaticale vorm, die een gebeurtenis omschrijft in het verleden met een relevantie in het heden of een huidige toestand als gevolg van een situatie uit het verleden bv. de zin Ik ben in Engeland geweest geeft aan dat dit tot nu toe een ervaring van mij is en bv. de zin Ik ben mijn portemonnee kwijt houdt in dat dit verlies op dit moment voor mij lastig is.
- In een taal als Modern Grieks waar begrippen als ononderbroken, voortdurende, herhaalde, afgeronde gebeurtenissen en gewoontes een grote rol spelen om het aspectuele onderscheid te bepalen is het van belang te weten dat dit onderscheid niet inherent is aan de gebeurtenis zelf, maar wordt bepaald door de manier waarop de spreker het ziet of wenst te presenteren. Precies dezelfde gebeurtenis kan worden omschreven als momentaan (perfectief) in een zinsnede, en vervolgens als onvoltooid (imperfectief) in de volgende, bv. Op dezelfde tijd dat je belde, schreef ik een brief
- In het Nederlands wordt het perfecte aspect vrijwel altijd weergegeven met behulp van een van de voltooide tijden, dus met een hulpwerkwoord, terwijl het perfectieve aspect afhankelijk van de context door middel van een voltooide tijd of met de onvoltooid verleden tijd wordt aangegeven. Het onvoltooid verleden (imperfectieve) aspect wordt vrijwel altijd met een van de onvoltooid verleden tijden uitgedrukt.
- In het moderne grieks kan het perfecte aspect niet zomaar uitgewisseld worden met het perfectieve aspect dat afhankelijk van de context en de tijd wordt uitgedrukt hetzij door middel van een voltooide tijd (perfect) ofwel met een onvoltooid verleden tijd (imperfectief of aoristus).
- In het Grieks wordt bij het perfectieve aspect de handeling, gebeurtenis of situatie beschouwd als een afgesloten geheel en ligt alleen de nadruk op het voorbijgaande karakter ervan. Eventuele uitwerking op het heden blijft buiten beschouwing. Voor dit aspect wordt de aoristus gebruikt, de korte afgeronde handeling en bijgevolg wordt dit aspect ook vaak aoristus of momentaan aspect genoemd.
- Het imperfectieve aspect bekijkt de handeling of gebeurtenis van binnenuit en geeft aan dat de met het werkwoord aangeduide handeling of toestand aan de gang is of bestaat op het moment van verwijzing. Het onderscheidt zich van het perfectieve aspect doordat er niet wordt toegespeeld op een eventueel eindtijdstip. De handeling zelf, een gebeurtenis in het verleden, is belangrijk, waarbij de nadruk wordt gelegd op het ononderbroken, voortdurende karakter ervan. Ook gewoontes, op hande zijnde activiteiten en herhalingen worden met dit aspect uitgedrukt.
- In het Nieuwe Grieks wijst een voltooide constructie zoals Ik heb geslapen op een onvoltooide situatie met gevolgen, zoals bv. ik heb geslapen en ik hoorde je niet kloppen. Afhankelijk van de tijd waarin het griekse werkwoord staat, zou het in dit geval onjuist zijn om het te verbinden aan een verleden tijd zoals in Ik heb gisteren geslapen, want dat is een voltooide situatie in het verleden, aangezien het niet aannemelijk is dat de spreker denkt dat ik vandaag nog slaap. Hij/zij zal ervan uitgaan dat ik nu wakker ben. Dus een perfective (momentane) constructie zonder blijvende gevolgen in het heden zoals in de zin Ik heb gisteren geslapen is een perfectief aspect in de talen waarin dat voorkomt.
Samengevat met enkele voorbeelden:
Έχω διαβάσει πολλά όλα αυτά τα χρόνια. | Ik heb veel gelezen al die jaren. | Perfect aspect, vanwege een ervaring uit het verleden. |
Έχει εργαστεί σκληρά σήμερα και είναι κουρασμένος | Hij heeft hard gewerkt vandaag en is moe. | Perfect aspect, situatie uit verleden met gevolg in het heden. |
Έγραψε πέντε γράμματα χθες. | Hij/zij schreef vijf brieven gisteren. | Perfectief aspect, korte afgeronde handeling in het verleden. |
Βαρέθηκα και θέλω να φύγω. | Ik verveelde me en wilde weggaan. | Perfectief aspect, begon in het verleden, maar duurde tot de uiting ervan. |
Έκλαιγα γιατί με κάνει πάντα λυπημένη. | Ik huilde omdat hij me altijd verdrietig maakt. | Imperfectief aspect, voortdurtende situatie. |
Μιλούσα στο Γιάννη, όταν το κουδούνι χτύπησε. | Ik sprak met Jan toen de bel ging. | Imperfectief aspect, 2de zinsdeel afgerond, 1ste zinsdeel niet |