Op Leren.nl vind je online cursussen en links naar duizenden kennisbronnen over allerlei onderwerpen.

Wat wil jij leren?
Contact Info
an image

Contact us
Irene Droppert
Nederlands - Modern Grieks
Vlaardingen-Nederland

De vorm is een grammatikale catagorie die over het algemeen weergeeft of de initiatiefnemer van een handeling, weergegeven door het werkwoord, het onderwerp is en of degene of datgene deze handeling ondergaat of erdoor beïnvloed wordt.

  • In het eerste geval, als het onderwerp van de handeling, omschreven door het werkwoord, degene is die het initiatief neemt, dan spreken we van een actief (bedrijvend) werkwoord. En in het tweede geval, als het onderwerp de handeling ondergaat of erdoor wordt beïnvloed hebben we te maken met een passief (lijdend) werkwoord.
  • In het MG hebben veel werkwoorden (niet alle) een 2de set vormen voor elke tijd, die de pasieve vorm uitdrukt.
  • De bedrijvende (actieve) vorm (het onderwerp verricht de handeling)
  • Tot de actieve vorm behoren de werkwoorden, die weergeven hoe het onderwerp handelt. De actieve werkwoorden onderscheiden zich als overgankelijk (transitief) en onovergankelijk (intransitief). De transitieve werkwoorden geven de handeling weer die het onderwerp bij een persoon, dier, ding of in een situatie verricht. De intransitieve vormen zijn de werkwoorden, waarvan de handeling van het onderwerp niet wordt weergegeven.
Voorbeeldzinnen met transitieve werkwoorden in de actieve vorm:
ελληνικά ολλανδικά
Η Ελένη πλένει τα πιάτα. Helen wast de borden af.
Ο Γιάννης χτίζει ένα σπίτι. Jan bouwt een huis.
Η ζώη σπουδάζει ιατρική. Zowie studeert medicijnen..

Bovenstaande zinnen zijn in de actieve vorm en het onderwerp verricht de handeling. Ze zijn overgankelijk, omdat er een lijdend voorwerp in de zinnen staat.

Hier vind je de uitleg en meer voorbeelden van de overgankelijke (transitieve) werkwoorden

Voorbeeldzinnen met intransitieve werkwoorden in de actieve vorm:

ελληνικά ολλανδικά
Τα παιδιά παίζουν έξω. De kinderen spelen buiten.
Μένω μέσα. Ik blijf binnen.
Η ζώη σπουδάζει στο εξωτερικό. Zowie studeert in het buitenland.

Sommige actieve werkwoorden kunnen transitief en intransitief gebruikt worden.

De actieve vorm wordt vaker gebruikt dan de passieve, hoofdzakelijk in de alledaagse spreektaal en niet in de formele schrijftaal.

Hier vind je de uitleg van de onovergankelijke (intransitieve) werkwoorden

  • De medio-passieve vorm (Het onderwerp verricht de handeling bij zichzelf)
Enkele voorbeeldzinnen in de medio-passieve vorm:
ελληνικά ολλανδικά
Η Ελένη πλένεται. Helen wast zich.
Ντύθηκε ωραία για το παρτι. Zij kleedde zich mooi aan voor het feestje.
Καμιά φορά ξυρίζεται. Soms scheert hij zich.
Κρύβομαι πίσο από το τοίχο. Ik verberg me achter de muur.

Hier komt de medio-passieve vorm duidelijk naar voren, het onderwerp verricht de handeling bij zichzelf.

Enkele voorbeeldzinnen zijn:
ελληνικά ολλανδικά
Πληρώνομαι την πρώτη του μηνάς. Ik word op de eerste van de maand betaald.
Οι φωνές τους ακούγονταν ως έξω. Hun stemmen werden tot buiten gehoord.
Οι αστυνομικόι αυτοί θεωρούνται έντιμοι. Deze agenten worden als eerlijk beschouwd.
Αυτός χάθηκε στο δάσος. Hij verdwaalde in het bos.

Deze zinnen zijn in de passieve vorm, het onderwerp ondergaat de handeling of wordt erdoor beïnvloed.

Klik hier voor de werkelijke passieve vorm!

Medio-passief en passief, zijn qua vorm gelijk, alleen de definitie ervan verschilt.

Ηet achtervoegsel (suffix) geeft de vorm aan. Bij de actieve vorm is dat «-ω / -ώ» en bij de passieve vorm «-μαι».

Een van de functies van de passieve vorm is om het zinsdeel weer te geven dat samenhangt met het lijdend voorwerp van het actieve werkwoord, bv:
ελληνικά ολλανδικά
aΟι γονείς της έκριναν την άδικη συμπεριφορά της. Haar ouders veroordeelden haar onredelijke gedrag.
bΗ άδικη συμπεριφορά της κρίθηκε από τους γονείς της. Haar onredelijke gedrag werd veroordeeld door haar ouders.
aΟ διευθυντής με απαγόρευσε να πάρει μια μέρα της άδειας. De manager verbood mij om een dag verlof te nemen.
bΜε απαγορεύτηκα να πάρω μια μέρα της άδειας από το(ν) διευθυντής. Het werd mij verboden door de manager om een dag verlof te nemen.
aΟι υπάλληλοι του δήμου μαζεύουν τα σκουπίδια κάθε πρωί. De gemeente medewerkers halen elke morgen het vuilnis op.
bΤα σκουπίδια μαζεύονται κάθε πρωί από τους υπάλληλους του δήμου. Het vuilnis wordt elke morgen opgehaald door de gemeente medewerkers.

Als we de kenmerken van een zin veranderen, zoals in de b-zinnen, waardoor het lijdend voorwerp het onderwerp van de zin wordt, kan dat een aanleiding zijn tot gebruik van een passieve constructie met behulp van het voorzetsel «από».

Uitgebreide uitleg van het voorzetsel «από»

Over het algemeen kunnen we zeggen dat:
- bij een transitieve actieve constructie een lijdende vorm hoort en bij intransitieve actieve werkwoorden niet.
- de lijdende vorm voorkomt bij werkwoorden zowel in transitieve als in intransitieve constructies, waarbij het onderwerp de handeling ofwel ondergaat dan wel er door wordt beïnvloed.

Tenzij bij werkwoorden met geen actieve vorm of bij werkwoorden met verschillende betekenissen in de bedrijvende en lijdende vormen, kan de passieve vormleer op drie manieren gebruikt worden nl.:

  • Werkelijk passief, d.w.z. het grammaticale onderwerp is het lijdend voorwerp of degene die of datgene dat de handeling ondergaat. Dit kan voorkomen in de volgende gevallen:
  • Als de zin kan vervangen worden door een actieve zin zonder dat de betekenis veranderd (zoals in de volgende a en b zinnen):
ελληνικά ολλανδικά
aΤην Ελένη την χάθηκε το μαιδί της μέσα στο πλήθο. lett. Helen zij verloor haar kind in de menigte.
bΗ Ελένη έχασε το παιδί της μέσα στο πλήθο. Helen raakte haar kind kwijt in de menigte.
aΤην Κυβέρνησή της ζητήθηκε από το έθνο να παραιτηθεί. lett. Aan de regering werd door het volk gevraagd om af te treden.
bΤο έθνος ζήτησε την κυβέρνηση να παραιτηθεί. Het volk vroeg de regering ontslag te nemen.
  • Als de handelende persoon (het werktuig )wordt weergegeven of als de zin in een niet reële of abstracte vorm staat:
ελληνικά ολλανδικά
Τα τριαντάφυλλα περικόπηκαν από τον κηπουρό. De rozen werden gesnoeid door de tuinman
H Aλεξάνδρεια χτίστηκε από το Mέγα Aλέξανδρο. Alexendrië werd gebouwd door Alexander de Grote.
  • Als de levend handelende persoon wordt weergegeven, in een waarschijnlijk onbepaald situatie:
ελληνικά ολλανδικά
Η Πόπη φιλήθηκε από πολλούς. Poppie werd door velen gekust.
Ο ηθοποιός λατρευόταν από πολλά κορίτσια. De acteur werd door vele meisjes aanbeden.
  • Als de levend handelende persoon of personen bepalend worden weergegeven:
ελληνικά ολλανδικά
Oι καλεσμένοι επιτέθηκαν στον μπουφέ. De gasten vielen op het buffet aan.
Ο Γιάννης προσβλήθηκε από την οικογένειά του. Jan werd door zijn familie beledigd.
  • Het minst waarschijnlijke gebruik van de werkelijke lijdende vorm is als de levend handelende persoon, in het enkelvoud, specifiek wordt vermeld. In dat geval is dat vaker te vinden in de meer officiële spreektaal, onder invloed van het katharevousa, dan in de alledaagse omgangstaal (a en b zin):
ελληνικά ολλανδικά
aΤο δέντρο κόπηκε από το Νίκο. De boom werd omgehakt door Nico.
bΤο δέντρο το έκοψσε ο Νίκος. Nikos hakte de boom om.

De werkelijke lijdende vorm wordt vaak gebruikt als de handelende persoon niet expliciet wordt vermeld.

  • Wederkerend*, d.w.z. een werkwoord waarbij de levend handelende persoon een handeling bij zichzelf verricht of met zijn of haar handeling laat zien dat de gevolgen ervan voor hem- of haarzelf zijn.
  • Dit kan alleen bepaalde algemene active werkwoorden worden weergegeven, met behulp van een lijdend voorwerp «τον έαυτό του» - hemzelf of met een passief werkwoord zoals a.v.:
ελληνικά ολλανδικά
Θεωρεί τον εαυτό του συμπαθητικό. Hij beschouwt zichzelf als aardig.
θεωρείται συμπαθητικός. Hij wordt als aardig beschouwd.
  • Is de inhoud echter ondubbelzinnig (d.w.z. er is geen misverstand mogelijk) dan wordt alleen de lijdende vorm gebruikt:
ελληνικά ολλανδικά
Κοιτάχτηκε στόν καθρέφτη. (Ζij)Hij keek (naar zichzelf) in de spiegel.
Πήγαινε να κοιταχτεί τα μάτια του. Hij liet zijn ogen na kijken.
  • Er zijn enkele werkwoorden waarvan de passieve vorm alleen maar wederkerend kan zijn zoals «σηκώνω» - heffen, oprichten, verrijzen en «σηκώνομαι» - opstaan (ik sta op).
  • Vanuit een ander oogpunt is het echter mogelijk dat het ondubbelzinnige karakter van een zin, die wordt geïnterpreteerd als reflexieve, wordt beschouwd als een oorzakelijke factor, in een geschikte toestand. Dientengevolge zal een goed gedefinieerde betekenis moeilijk te herkennen zijn, zoals in «ξυρίζομαι» - scheren (ik scheer mezelf) en «ξυρίζομαι στόν κουρέα» - ik wordt geschoren bij de barbier. Dan is de enige manier om ondubbelzinnige betekenis uit te drukken door «μόνος (μου)» - mijzelf toe te voegen:
ελληνικά ολλανδικά
Σκοτώθηκε μόνο του. Hij doodde zichzelf.
Το παιδί πρέπει να μάθει να ντύνεται μόνος του. Het kind moet leren zichzelf alleen aan te kleden.
  • Wederkerig**, i.e. d.w.z. als iemand of iets een wederzijdse relatie tot elkaar hebben.
  • Zolang de situatie duidelijk is kunnen onderwerpen die een handeling of actie bij elkaar verrichten, een passief werkwoord, meestal in het meervoud, gebruiken:
ελληνικά ολλανδικά
Xτυπήθηκαν από σφαίρα στον αγώνα. Zij vochten (met elkaar) in de wedstrijd om de bal.
Aγαπιούνται πολύ και λένε να παντρευτούν. Zij houden veel van elkaar en zeggen te (zullen) trouwen.
  • Als we een collectief zelfstandig naamwoord gebruiken, zoals een stel of een paar dan wordt uiteraard wel het enkelvoud van het werkwoord gebruikt:
ελληνικά ολλανδικά
Το ζευγάρι κοιτάζεται στά μάτια. Het stel kijkt elkaar in de ogen.
Το μαχαιροπίρουνο χρησιμοποιείται συχνά. Het eetgerei wordt veelvuldig gebruikt.
  • De interpretatie van een passieve werkwoordsvorm is in veel gevallen onafhankelijk van het tekstverband, maar wordt gekwalificeerd door het werkwoord zelf, zoals «βλέπεστε» niet veel anders kan betekenen dan jullie zien elkaar en «ακούγεστε» als jullie worden gehoord kan worden uitgelegd. Om echter onduidelijkheden te voorkomen kan de wederkerige betekenis met het zinsdeel «μεταξύ τους» - tussen/onder elkaar aangevuld worden na een actief en passief werkwoord:
ελληνικά ολλανδικά
Μοιάζουν μεταξύ τους. Ze lijken op elkaar.
Πειραζόμαστε μεταξύ μας. We plagen elkaar.
  • In sommige gevallen wordt het voorvoegsel «άλληλο-» met een actief werkwoord gebruikt om het wederkerige karakter van de uitdrukking weer te geven:
ελληνικά ολλανδικά
Αλληλογραφώ τακτικά με τους φίλους μου στο εξωτερικό. Ik correspondeer regelmatig met mijn vrienden in het buitenland.
Tου αρέσει να αλληλοκατηγορεί όλο τον κόσμο. Hij vindt het leuk iedereen te bekritiseren (veroordelen).
  • Het voorvoegsel «άλληλο-» wordt normaal gesproken alleen gebruikt bij passieve werkwoorden in het meervoud:
ελληνικά ολλανδικά
Το ζευγάρι αλληλοπαντρεύτηκε. Het stel trouwde binnen de familie.
Αλληλοσυνδέθηκε το ίντερνετ σε αυτή τη χώρα Men vergrendelde het internet in dat land.
  • Alternatief kunnen wederkerige uitdrukkingen samengesteld worden door aan actieve werkwoorden, in het enkel- of meervoud, het zinsdeel «ο ένας τον άλλο» - lett. de ene de andere toe te voegen:
ελληνικά ολλανδικά
Δεν μιλάμε ο ένας στον άλλο (of: μεταξύ τους). We spreken niet met elkaar.
Πλησιάζουν ο ένας τον άλλο (of: μεταξύ τους). Zij benaderen elkaar.
Ο ένας κείταξε τον άλλο χωρίς να μιλούν. De een keek naar de ander zonder te spreken.

* wederkerend = terugkerend

** wederkerig = wederzijds

Niet alle werkwoorden behoren tot eenzelfde patroon. Veel werkwoorden komen slechts in een of twee modellen voor, terwijl voor anderen de samenhang tussen bedrijvend en lijdend en de betekenis van actie en ondergaan geen stand houdt.

Er zijn transitieve actieve werkwoorden, die geen passieve vorm hebben. De z.g. deponens zijn passieve werkwoorden met een actieve betekenis. Dan zijn er actieve werkwoorden die, als ze passief gebruikt worden, compleet van betekenis kunnen veranderen etc.

Vanwege al deze feiten moeten we de active en de passieve vormen beperken tot het officiele onderscheid tussen de uitgangen van de twee soorten werkwoorden en voortgaan om het diverse gebruik ervan aan te geven als het zich voordoet.

Hieronder volgen nog enkele werkwoorden (niet alle) die een uitzondering vormen incl. voorbeelden:

Werkwoorden, die een gevoel of begrip uitdrukken met een actieve uitgang, waarvan de betekenis niet actief is:
  • πεινάω
  • διψάω
  • πονάω
  • νιώθω
  • ακούω
  • βλέπω
  • honger hebben
  • dorst hebben
  • pijn hebben, lijden
  • voelen
  • horen, luisteren
  • zien
 
N.B.

Sommige van deze werkwoorden zoals ακούω, βλέπω en πονάω zijn transitieve werkwoorden. Daarvan kan πονάω ook intransitief gebruikt worden in de betekenis van ik voel pijn en ακούω en βλέπω zelfs een passieve vorm hebben.

πεινώ en διψάω zijn intransitieve werkwoorden.

Voorbeelden:
ελληνικά ολλανδικά
Δεν πεινάω, θα φάω αργότερα. Ik heb geen honger, ik zal later eten.
Mε δίψασε το παστό ψάρι. De zoute vis maakte me dorstig.
Όταν έμαθε το θάνατό της, πόνεσε πολύ. Toen hij van haar dood hoorde, leed hij veel.
Νιώθω την αγανάκτησή μου να με πνίγει. Ik voel dat mijn verontwaardiging me verstikt.
Eίναι κουφός, δεν ακούει καθόλου. Hij/zij is doof, hij/zij hoort helemaal niets.
Bλέπει μόνο με το ένα μάτι. Hij/ zij kijkt maar met één oog.
Sommige actieve transitieve werkwoorden kunnen een actie uitdrukken maar, hebben geen samenhangende passieve vorm:
  • μαλώνω
  • φωνάζω
  • κάνω
  • ξέρω
  • θέλω
  • περιμένω
  • berispen, standje geven
  • roepen, schreeuwen
  • maken, doen
  • weten
  • willen
  • wachten op
Voorbeelden:
ελληνικά ολλανδικά
Tον μάλωσε ο δάσκαλος, γιατί μιλούσε. De onderwijzer berispte hem, omdat hij sprak.
Αυτός φώναξε όσο πιο δυνατά μπορούσε. Hij schreeuwde zo hard als hij kon.
Tι θα κάνεις σήμερα; Wat ga je vandaag doen?
Δεν ξέρει τίποτα από μαθηματικά. Zij/hij weet niets van wiskunde.
Θα ήθελα ένα δωμάτιο,
παρακαλώ.
Ik wil graag een kamer, alstublieft.
Περίμενε! μη φεύγεις ακόμα. Wacht! ga nog niet weg.
Actieve transitieve werkwoorden, met een passieve vorm, die een andere betekenis krijgen:
  • βλέπω (βλέπομαι)
  • κοιτάζω (κοιτάζομαι)
  • τρώω (τρώγομαι)
  • zien, gezien worden
  • kijken naar
  • eten
Voorbeelden:
ελληνικά ολλανδικά
Δε βλεπόμαστε συχνά. We ontmoeten elkaar niet vaak.
Πρέπει να κοιτάξεις την αρτηριακή πίεσή σου. Je moet je bloeddruk na laten kijken (door de dokter).
Δεν είναι όμορφη, αλλά τρώγεται. Het is niet mooi, maar accepteer het.
De deponens zijn werkwoorden met alleen een passieve vorm, maar een actieve betekenis, zoals:
  • αισθάνομαι
  • αρνούμαι
  • δέχομαι
  • εργάζομαι
  • έρχομαι
  • μιμούμαι
  • ντρέπομαι
  • φαίνομαι
  • φοβάμαι
  • voelen
  • weigeren
  • accepteren
  • werken
  • komen
  • nadoen, imiteren
  • schamen
  • schijnen, blijken
  • bang zijn
Voorbeelden «αισθάνομαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Ο άρρωστος δεν αισθάνεται καλά. De zieke voelt zich niet goed.
Δεν αισθάνεται πια, είναι σε κώμα. Hij/zij voelt niets meer, hij/zij is in coma.
Aισθάνθηκε ξαφνικά ένα δυνατό πόνο στο στομάχι. Hij/zij voelde plotseling een scherpe pijn in de maag.

«αισθάνομαι» is een intransitief werkwoord (zonder lijdend voorwerp) in de betekenis van «hoe iemand zich voelt» en transitief in de betekenis van wat iemand voelt (met lijdend voorwerp)

Als het, zoals bij veel werkwoorden, een andere betekenis krijgt wordt het ook transitief gebruikt is de betekenis van bv. begrijpen:

ελληνικά ολλανδικά
Eίναι ακόμα παιδί και δεν αισθάνεται. Het is nog een kind en ze begrijpt het niet.
Πρέπει να αισθανόμαστε τα προβλήματα των άλλων. We moeten de problemen van anderen begrijpen.
Voorbeelden «αρνούμαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Αρνούμαι να κάνω όσα πολλά δύσκολα πράγματα. Ik weiger zoveel moeilijke dingen te doen.
Τον αρνήθηκαν βοήθεια χτες. Zij weigerden hem gisteren hulp.
Voorbeelden «δέχομαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Δέχτηκε την ενοχή του. Hij accepteerde zijn schuld.
Δέχομαι τις φίλες μου για καφέ σήμερα. Ik ontvang vandaag mijn vriendinnen op de koffie.
Voorbeelden «εργάζομαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Tην Kυριακή οι υπάλληλοι δεν εργάζονται. Op zondag werken de arbeiders niet.
Σε όλη του τη ζωή εργάστηκε για την ειρήνη. Zijn hele leven besteedde (werkte) hij aan de vrede.
Ο χρόνος εργάζεται για το Γιάννη. De tijd is Jan gunstig gezind.

«εργάζομαι» is transitief en betekent werken of arbeiden. In de laatste zin is het werkwoord abstract gebruikt en letterlijk vertaald betekent het De tijd werkt voor Jan (in zijn voordeel)

Voorbeelden «έρχομαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Ήρθε χθες από την Aθήνα. Zij/hij kwam gisteren uit Athene.
Τα χελιδόνια έρχονται στην άνοιξη. De zwaluwen komen in de lente.
Ήρθε στην κατάλληλη ηλικία για να παντρευτεί. Hij bereikte de geschikte leeftijd om te trouwen.

«έρχομαι» is een intransitief werkwoord (wordt gebruikt zonder lijdend voorwerp). In de laatste zin is de betekenis van het werkwoord «bereiken» en wordt het transitief gebruikt.

«έρχομαι» heeft tal van abstracte betekenissen, waarbij het werkwoord transιtief gebruikt wordt:

ελληνικά ολλανδικά
Mου έρχονται δάκρυα στα μάτια. Ik krijg tranen in mijn ogen (lett. Bij mij komen de tranen in de ogen).
Tης ήρθε το χρώμα στο πρόσωπο. Zij kreeg een kleur in haar gezicht (lett. Bij haar kwam de kleur in het gezicht).
Voorbeelden «μιμούμαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Αυτά τα παιδιά μιμούνται τους γονείς τους. Deze kinderen doen hun ouders na.
Μιμούνταν τον δάσκαλό του εξαιρετικό καλά. Hij imiteerde zijn onderwijzer buitengewoon goed.
Voorbeelden ντρέπομαι«»:
ελληνικά ολλανδικά
Ντρέπεται να μιλήσει μπροστά σε ξένους. Hij/zij is verlegen om met vreemden te spreken.
Mη με ντρέπεσαι, μίλησέ μου ελεύθερα. Beschaam me niet, spreek open met me.
Ντράπηκε ότι την κοίταξε κρυφά γυμνή. Hij was beschaamd dat hij haar heimelijk naakt bekeek.
Voorbeelden «φαίνομαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Δεν φαίνεσαι και πολύ καλά. Je ziet er niet zo goed uit.
Πώς σου φαίνεται το φόρεμά μου; Wat vind je van mijn jurk?
Δεν του φαίνονται τα χρόνια του. Hij ziet er niet naar zijn leeftijd uit.
Από πού φαίνεται ότι είναι πλούσιος; Έτσι φαίνεται! Waaruit blijkt dat hij rijk is? Het schijnt zo!
Voorbeelden «φοβάμαι»:
ελληνικά ολλανδικά
Φοβάται για τη ζωή του. Hij vreest voor zijn leven.
Φοβάμαι να πάω έξω. Ik ben bang om naar buiten te gaan.
Werkwoorden waarbij de aristus en de voltooide tijden ontbreken:
  • ανήκω
  • είμαι
  • ευθύνομαι
  • έχω
  • μάχομαι
  • ξέρω
  • οφείλω
  • τρέμω
  • χρωστ -άω/-ώ
  • behoren tot
  • zijn
  • verantwoordelijk zijn
  • hebben
  • vechten
  • weten, kennen
  • schuldig/verplicht zijn
  • trillen, beven
  • schuldig zijn
Voorbeelden:
ελληνικά ολλανδικά
ανήκωΑνήκει πια στο παρελθόν. Het is iets uit het verleden.
είμαιΕίμαι με τα παιδιά στο μπαρ. Ik ben met de jongens in de bar.
ευθύνομαιΕυθύνομαι μολαταύτα. Ik ben hoe dan ook verantwoordelijk.
έχωΈχει σπίτι και αυτοκίνητο. Hij heeft een huis en een auto.
μάχομαιΜάχονταν ως το τέλος Zij vochten het uit tot het bittere einde.
ξέρωΠού να ξέρω εγώ; Hoe moet ik dat weten?
οφείλωΟφείλουμε να κάνουμε κάτι. We zijn verplicht iets te doen.
τρέμωΈτρεμε σαν το φύλλο. Hij/zij trilde als een blad (van een boom).
χρωστάωΤι σου χρωστάω; Wat heb ik je gedaan?