Op Leren.nl vind je online cursussen en links naar duizenden kennisbronnen over allerlei onderwerpen.

Wat wil jij leren?
Contact Info
an image
Contact
Irene Droppert
Nederlands - Modern Grieks
Vlaardingen-Nederland

Er is geen element in de Griekse taal belangrijker dan de grammatikale tijd. Het is het meest ingewikkelde en moeilijke deel van de grammatika. In het Nederlands en in de meeste andere talen heeft de grammatikale tijd betrekking op een handeling of activiteit van het werkwoord in het verleden, heden of de toekomst. In het Grieks echter staat voorop dat de grammatikale tijd van een werkwoord niet de echte tijd is, maar de aard van de handeling of gebeurtenis die het werkwoord weergeeft. De tijd die door een zin of tekst wordt aangeduid komt op de tweede plaats.

De hoofdzaken van de aard van de handeling wordt door de volgende drie categoriën weergegeven:

  • De ononderbroken handeling, die aangeeft dat de activiteit of de gebeurtenis nog aan de gang is.
  • Een beknopte gebeurtenis in het verleden, waarvan de handeling is afgerond.
  • Een afgesloten handeling in het verleden, die een resultaat in het heden weergeeft.
Voorbeelden:
ελληνικά ολλανδικά
1. Η Ελένη γράφει ένα γράμμα στη μητέρα της. Helen schrijft een brief aan haar moeder.
2. Η Ελένη έγραψε ένα γράμμα στη μητέρα της. Helen schreef een brief aan haar moeder.
3. Η Ελένη έχει γράψει * το γράμμα και αναμένει μια απάντηση σύντομα. Helen heeft de brief geschreven en verwacht spoedig een antwoord.

* De basis gedachte achter de voltooide tijd is dat de handeling is afgerond maar het resultaat voortduurt. M.a.w. de voortgang van de handeling heeft de top bereikt en het eindresultaat wordt verwacht. Niet zoals in het Nederlands, waarin de voltooide tijd gebruikt wordt als een handeling is afgerond, geeft het Grieks juist de voortgang van een afgesloten handeling in het verleden weer.

Het is belangrijk te begrijpen dat alleen wanneer het werkwoord in de aantonende wijs staat, de echte tijd direct betrekking heeft op de grammatikale tijd van een werkwoord. Het tijds-aspect voor de grammaticale tijd van een werkwoord doet zich dus alleen voor in deze wijs

Het volgende schema geeft de relatie tussen de grammaticale tijd en het element tijd weer, in de aantonende wijs:
Grammatikale tijd Aard van de actie Tijden
O.t.t. Ononderbroken voortgang Heden
V.t.t. Afgerond, met resultaat Verleden met resultaat in het heden
O.v.t. Ononderbroken voortgang Verleden
Aoristus * Korte afgeronde handeling Verleden
V.v.t. Afgerond, met resultaat Verleden
O.tk.t. (1) ** Voortdurende gebeurtenis Toekomst
O.tk.t. (2) *** Korte afgeronde handeling Toekomst
V.tk.t. Afgerond, met resultaat Toekomst

* Als de aoristus voor een verleden tijd wordt aangezien zullen vele bestaande teksten als zeer verwarrend en zelfs totaal onzinnig worden ervaren. Alleen in de aantonende wijs duidt de aoristus de verleden tijd aan. De term aoristus betekent ongespecificeerd en ook wel het gebeurde (het vond plaats). De aoristus komt ook in de aanvoegende wijs en de gebiedende wijs voor en die activiteiten vinden in veel gevallen in de toekomst plaats, i.p.v. in het verleden.

** De voortdurende toekomstige tijd, waarin een activiteit in de toekomst wordt beschreven, als een ononderbroken langdurig handeling of een herhaling. De uitgangen van het werkwoord worden gevormd met de stam van de onvoltooid verleden tijd

*** De toekomstige tijd, gevormd met de stam van de aoritus vormen, die een korte afgeronde handeling beschrijft.

Voorbeelden van de tijden in bg. schema
ελληνικά ολλανδικά
Η Ελένη κι εγώ μαθαίνουμε αγγλικά μαζί. Helen en ik leren samen Engels.

Een voortdurende ononderbroken activiteit.

Έχει ήδη δηλώσει για τα μαθήματα. Zij heeft zich al opgegeven voor de lessen.

Een afgeronde activiteit met een resultaat (Ze gaat les nemen).

Γελούσα, αλλά τις περισσότερες φορές δεν μου αρέσουν τα αστεία του. Ik lachte, maar meestal vind ik zijn grappen niet leuk.

Handeling in het verleden, die nog steeds voortduurt

Ο κόσμος ήπιε ούζο στην πλατεία χτες. De mensen dronken gisteren ouzo op het plein.

Een afgeronde situatie in het verleden.

Κάποτε είχα δει τους πίνακες του βαν Γκογκ και είχα εντυπωσιαστεί. Eens heb ik de schilderijen van van Gogh gezien en was onder de indruk.

Afgeronde activiteit in het verleden met een resultaat.

Αύριο τέτοια ώρα θα μαζεύουμε τα βιβλία. Morgen om deze tijd zullen we de boeken verzamelen.

Ononderbroken langdurige handeling in de toekomst.

Θα τον το στείλω. Ik zal het hem sturen.

Korte afgeronde handeling in de toekomst

Θα έχουν περάσει πάνω από τριάντα χρόνια από τότε που συναντούσαμε. Het moet meer dan dertig jaar geleden zijn dat we elkaar ontmoetten.

Een gebeurtenis die betrekking heeft op het verleden, waarvan het afgeronde karakter meer ergens in de toekomst ligt dan in het verleden.

  • Valt een werkwoord buiten bovenstaand schema, dan wordt het tijds-aspect van de handeling gewoonlijk benadrukt en kan de juiste grammatikale tijd overwogen worden. Voor deze gevallen kunnen de aanvoegende wijs en de gebiedende wijs, met elk hun karakteristieke gebruik, worden aangewend:
Enkele voorbeelden van de aanvoegende wijs:
Ας πάμε. Laten we gaan
Άρχισε να λέει ιστορίες. Hij/zij begon verhalen te vertellen.
Enkele voorbeelden van de gebiedende wijs:
Πρόσεξε! Είναι επικίνδυνο! Pas op het is gevaarlijk!
Σηκώσου! Είναι ώρα για το σχολείο. Schiet op! Het is tijd voor school.
  • Andere bijzondere manieren om de inhoud en daarmee de grammatikale tijd van een zin weer te geven zijn bv:
  • op een voorwaardelijke wijze
  • door duidelijk een wens te uiten
  • door een verplichting
  • door een mogelijkheid
  • Het Moderne Grieks gebruikt de tijden om handelingen of gebeurtenissen weer te geven, op enig moment in het heden, verleden of de toekomst, met betrekking tot het moment van spreken. Genoemde tijden hebben ieder afzonderlijk verschillende vormen.
  • Zoals gezegd komt de referentie van de tijd voornamelijk voor in de aantonende wijs, d.w.z. deze vormen worden niet voorafgegaan door partikels als «να» en «ας» uit de aanvoegende wijs.
  • De verschillende tijden in het MG hebben zowel in de actieve als in de passieve vormen eigen persoonlijke uitgangen.
  • Er is een verband met de tijd waarin de activiteit van het werkwoord wordt weergegeven. Maar er is bovenal een samenhang met de wijze waarop die activiteit geinterpreteerd wordt. Dat wordt het aspect genoemd. Het aspect en de tijden in het MG zijn op een complexe manier met elkaar verbonden. De aard van de handeling of actie is het belangrijkste element van hoe we de tijd van een werkwoord weergeven.
  • In tegenstelling tot het aspect wordt de tijd in het MG gekenmerkt door verschillende groepen uitgangen van het werkwoord
  • De Griekse werkwoordsvormen zeggen dus niet zoveel over een absolute tijd, zoals in onze taal.

Het voortdurende karakter van een activiteit in het verleden is niet van toepassing als het werkwoord zijn - «είμαι» in de onvoltooid verleden tijd gebruikt wordt. In dat geval wordt het beschouwd als een korte handeling in het verleden.

De onvoltooid tegenwoordige tijd wordt als volgt gebruikt:
  • om een enkele handeling of gebeurtenis die voortduurt, of ononderbroken is, weer te geven.
  • om een gewoonte weer te geven.
  • om uit te drukken dat de handeling of gebeurtenis over het algemeen waar is.
  • om een herhaalde handeling te beschrijven.
  • om een levendige gebeurtenis te beschrijven of te vertellen.
  • om een handeling uit het verleden te omschrijven, die op het moment van spreken (heden) voortduurt
  • om een handeling of gebeurtenis weer te geven die bijna zeker plaatsvindt.
  • om "live" sport-uitzendingen te verslaan .
  • om een directheid in de toekomst duidelijk te maken.

Enkele voorbeelden:

Ο Πέτρος δουλεύει αυτή τη στιγμή. Peter werkt op dit moment. (voortduren)
Τώρα τελευταία ο Πέτρος δουλεύει πολύ. Nu werkt Peter veel de laatste tijd. (ononderbroken)
Ο Πέτρος δουλεύει πολλές ώρες κάθε μέρα. Peter werkt elke dag vele uren. (gewoonte)
Όμως αυτή δεν είναι η πρώτη φορά που δουλεύει τόσο σκληρά. Het is echter niet de eerste keer dat hij zo hard werkt. (waarheid)
Η Ελένη ποτίζει τα τριαντάφυλλα κάθε πρωί. Helen geeft elke morgen de rozen water. (herhalen)
Χθες πρωί πρωί χτυπάει η πόρτα ξαφνικά. Gisteren werd er vroeg in de morgen plotseling op de deur geklopt. (levendige situatie)
Πότε ο Πέτρος καθόταν στο γραφείο αυτή μπαίνει μέσα ξαφνικά. Toen Peter aan zijn bureau zat kwam ze plotseling binnen. (levendiger verteld)
Σήμερα, για παράδειγμα, ο Πέτρος δουλεύει από το πρωί χωρίς διάλειμμα. Vandaag bijvoorbeeld werkt Peter vanaf vanmorgen zonder pauze. (handeling is nog aan de gang)
Παίρνω αυτό το φάρμακο από δέκα χρόνια. Ik neem dit medicijn al tien jaar in. (handeling in het verleden, die voortduurt)
Αύριο όμως ο Πέτρος φεύγει για διακοπές. Morgen gaat Peter echter op vakantie. (bijna zeker)
Ο Μπέκαμ τρέχει, βρίσκει την μπάλα και βάζει γκολ. Beckham rent, krijgt de bal en scoort. (sport-commentaar)
Συγνώμη, το ξέχασα, αλλά του το δίνω εγώ απόψε. Sorry, ik ben het vergeten, maar ik zal het hem vanavond geven. (directheid)
De onvoltooid verleden tijd wordt als volgt gebruikt:
  • om een enkele voortdurende handeling, gebeurtenis of process in het verleden weer te geven.
  • om een gewoonte in het verleden weer te geven.
  • om een handeling die in het verleden aan de gang is weer te geven, terwijl er ook iets anders gebeurt.

Enkele voorbeelden:

Όλο το απόγευμα χτες ο Πέτρος και ο Γιάννης έπαιζαν μπάσκετ. Peter en Jan speelden gisteren de hele namiddag basketbal. (enkele handeling in het verleden)
Πηγαίναμε μια βόλτα όταν μας είδες. We gingen wandelen toen je ons zag. (voortdurend)
Πέρυσι κάναμε κάθε μέρα μια ώρα γυμναστική. Vorig jaar deden we elke dag een uur gymnastiek. (gewoonte)
Ο Πέτρος έπαιζε κάθε απόγευμα έξω όταν ήταν μικρός. Peter speelde elke namiddag buiten toen hij klein was. (gewoonte)
Την ώρα που έπαιζαν μπάσκετ άρχισε να βρέχει. Op het moment dat ze speelden begon het te regen. (handeling en gebeurtenis vinden in het verleden plaats)
De aoristus wordt gebruikt:
  • om een afgeronde of herhaalde gebeurtenis of handeling op een bepaalde tijd in het verleden weer te geven:

Enkele voorbeelden:

Χτες το απόγευμα ο Πέτρος έπαιξε μπάσκετ με τον φίλο του. Gisteren speelde Peter in de namiddag basketbal met zijn vriend.
Ο Πέτρος έπαιξε τρεις φορές μπάσκετ με τους φίλους του. Peter speelde drie keer basketbal met zijn vrienden.
De twee onvoltooid toekomstige tijden worden gebruikt als volgt:
  • De eerste wordt gebruikt om aan te tonen dat de handeling of gebeurtenis gebruikelijk is, ononderbroken is of herhaaldelijk in de toekomst plaatsvindt. Deze tijd wordt gevormd met het partikel «θα» plus het werkwoord in de tegenwoordige tijd. (de eerste 2 zinnen)
  • De tweede wordt gebruikt om aan te tonen dat de handeling of gebeurtenis op een zeker tijdstip in de toekomst wordt afgerond, eveneens met het partikel «θα», maar dan gevolgd door het werkwoord, gevormd uit de stam van de aoristus met de uitgangen van de tegenwoordige tijd. (de laatste 2 zinnen)

Enkele voorbeelden:

Κάθε Κυριακή θα τρώμε στου Μήτσου την ταβέρνα. Elke zondag eten we in Mitsos'taverne.
Όταν δουλέψει η μητέρα μου, θα μαθαίνω. Als mijn moeder werkt, ga (zal) ik leren.
θα γράψω το γράμμα απόψε. Ik zal vanavond de brief schrijven.
Oλοί μας θα πάμε αύριο. We zullen morgen allemaal gaan.
De voltooid tegenwoordige tijd wordt gebruikt:
  • Om een afgeronde actie of handeling in het verleden weer te geven, die een samenhang heeft met het heden en waarvoor ook vaak de aoristus gebruikt wordt, weer te geven.
  • Om een gebeurtenis, die in het verleden plaats vond, te beschrijven en waarvan het gevolg betrekking heeft op het heden.
  • Om ervaringen, die we al dan niet gehad hebben in het verleden, te bespreken.

Enkele voorbeelden:

Έχω μάθει (of: έμαθα) τα μαθήματά μου από το πρωί. Ik heb vanaf vanmorgen mijn lessen geleerd. (afgerond)
Έχουμε βαρεθεί (of: βαρεθήκαμε) να περιμένουμε. We zijn het wachten zat. (afgerond met samenhang)
Ο Πέτρος έχει δουλέψει τόσο πολύ σήμερα ώστε τώρα θέλει να πάει κατευθείαν για ύπνο Peter heeft vandaag zoveel gewerkt zodat hij nu direct wil gaan slapen.(gebeurtenis verleden met gevolg heden)
Ο Πέτρος έχει ταξιδέψει σε όλο τον κόσμο για τις υποθέσεις του, αλλά δεν έχει πάει ποτέ διακοπές με την φίλη του. Peter heeft over de hele wereld gereisd voor zaken, maar is nog nooit met zijn vriendin op vakantie geweest. (ervaringen verleden)
De voltooid verleden tijd wordt gebruikt:
  • Om een afgeronde actie of handeling in het verleden weer te geven, die gevolgen heeft voor een andere verleden tijd situatie, tenzij dat nadrukkelijk vastgesteld of begrepen wordt.
  • De afgeronde gebeurtenis speelt zich af in een ver verleden:

Enkele voorbeelden:

Το είχα ήδη γνωρίσει, τότε με τηλεφώνησες. Het was al bekend, toen je me belde.
Στις οχτώ το πρωί είχαμε κιόλας μάθει. Om 8 uur in de morgen waren we al aan het leren.
Πέρυσι είχε γράψει αυτό το ιστορία. Vorig jaar had hij dat verhaal geschreven.

Beiden tijden zowel de voltooid tegenwoordige tijd als de voltooid verleden tijd worden gevormd met het hulpwerkwoord «έχω»

Het verschil tussen het gebruik van de voltooid tegenwoordige tijd en de aoristus:
  • Anders dan in het Nederlands kan de voltooid tegenwoordige tijd niet gebruikt worden voor een zeer recente gebeurtenis in het verleden, die wordt aangeduid met de volgende bijwoorden «μόλις», «πριν λίγο» en «πριν δέκα λεπτά»:

Voorbeeld:

Ο Πέτρος έφυγε από το γραφείο πριν δυο λεπτά. Peter verliet het kantoor twee minuten geleden.
  • «έχει φύγει» kan hier dus niet en dan wordt de aoristus gebruikt.
  • De voltooid tegenwoordige tijd kan niet gebruikt worden met betrekking tot een speciale tijd:
Ο Πέτρος κοιμήθηκε νωρίς χθες το βράδυ Peter ging gisteren avond vroeg slapen
  • Hier wordt ook weer de aoristus gebruikt i.p.v. «έχει κοιμηθεί» (de v.t.t.)

Als een bepaalde tijd die in het verleden begint en tot het moment van spreken voort duurt kunnen er wel bijwoorden gebruikt worden, gecombineerd met de voltooid tegenwoordige tijd: «Ο Πέτρος έχει πέσει για ύπνο από τις 9.30» - Peter is om 9.30 u. in slaap gevallen.

Er zijn dus gevallen waarin het niet passend is om deze tijden door elkaar te gebruiken en waar we een van de twee moeten gebruiken, met hun eerder genoemde aspect richtlijnen.

Voorbeelden van de voltooid tegenwoordige tijd in vergelijking met de aoristus verleden tijd:
ελληνικά ολλανδικά
1Βελτιώθηκε πολύ σήμερα ο καιρός. Het weer werd veel beter vandaag
2Έχει βελτιωθεί πολύ σήμερα ο καιρός. Het weer is beter geworden vandaag
3Διάβασα ογδόντα σελίδες μέχρι τώρα. Ik heb (las) tot nu toe tachtig bladzijden gelezen
4Έχω διαβάσει ογδόντα σελίδες μέχρι τώρα. Ik heb tot nu toe tachtig bladzijden gelezen
5Έφαγα κιόλας δυο μήλα. Ik at al twee appels.
6Έχω φάει κιόλας δυο μήλα. Ik heb al twee appels gegeten.

De v.t.t. kan in veel situaties uitgewisseld worden met de aoristus v.t., zoals in zin 1 en 2. In het bijzonder in de gevallen waar de aoristus mogelijk geïnterpreteerd kan worden als een complete handeling met een effect in het heden en zelfs in gevallen waarin de handeling herhaald wordt met de bijwoorden «μέχρι τώρα» (zin 3) en het bijwoord «κιόλας»(zin 5)

De voltooid toekomende tijd wordt gebruikt:
  • als men spreekt over een activiteit die zal worden afgerond voordat een andere gebeurtenis is afgesloten in de toekomst.

Enkele voorbeelden:

Μέχρι τη μέρα των εξετάσεων θα έχω διαβάσει πολύ. Tot aan de dag van de examens zal ik veel hebben gelezen.
Η κυβέρνηση ελπίζει ότι μέχρι το τέλος του χρόνου θα έχει λυθεί το πρόβλημα. De regering hoopt dat ze tegen het einde van het jaar het probleem hebben opgelost.

Een ander gebruik van het partikel «θα»:

Het is een feit dat verklaringen of vragen in de toekomende tijd met niet- bevestigende uitdrukkingen die veronderstellingen of conclusies over het verleden, heden of de toekomst uitdrukken, worden weergegeven met het partikel «θα».

Er wordt dus ook gebruik gemaakt van dit partikel als er veronderstellingen of tegengestelde feiten worden uitgedrukt. Dat kunnen gewoontes zijn of voortdurende handelingen, maar ook beweringen en bedoelingen die worden weergegeven in voorwaardelijke zinnen. Dit taalkundige verschijnsel wordt de conditionel genoemd.

Enkele voorbeelden:

Αν είχα αυτοκίνητο, θα πήγαινα να τον δω. Als ik een auto had, zou ik hem gaan zien.
Αν τον το ζητάς φιλικά, θα το κάνει. Als je het hem vriendelijk vraagt, zal hij het doen.
  • αν, έαν, αμα
  • έτσι και
  • είτε...είτε...
  • σε περίπτωση που
  • εφόσον
  • εκτός αν
  • ακόμη κι αν
  • έστω κι αν
  • (betekenen allemaal) als
  • zolang als
  • in elk geval
  • in het geval dat
  • sinds, zolang als
  • tenzij
  • zelfs als
  • zelfs als

Enkele voorbeelden:

Άμα σ'ενοχλεί ο καπνός, άνοιξε το παράθηρο Als de rook je hindert, open het raam.
Έτσι και με πειράξεις, δεν θα σ'επισκέπτομαι Zolang je me ergert, zal ik je niet bezoeken.
Ακόμη κι αν το ζητάς φιλικά, δεν θα το κάνω. Zelfs als je het vriendelijk vraagt, zal ik het niet doen.

Het negatieve partikel in conditionel zinnen, waarin gebruikt wordt gemaakt van bovenstaande woorden is «δεν». Mocht een ontkennende zin onverhoopt met «αν» beginnen dan wordt «μην» gebruikt. Conditionel constructies kunnen verdeeld worden in feiten en tegengestelde feiten.

Conditionel constructies met «θα» gevolgd door de voltooid toekomende tijd beschrijven een actie of handeling die had kunnen gebeuren, maar niet plaats vond. Dit wordt gebruikt in de hoofdzin van een tegengesteld feit.

Enkele voorbeelden:

Αν είχα αρκετά λεφτά, θα την είχα στειλεί στην Ελλάδα. Als ik genoeg geld had gehad, had ik haar naar Griekenland gestuurd.
Αν την είχες γνωρίσει καλύτερα, θα την είχες συμπαθήσει περισσότερο. Als je haar beter gekend had, had je haar meer gemogen.
De wijs waarin bovengenoemde constructies gebruikt worden is de aantonende wijs. Zie hiervoor wijzen