Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap, kenmerk of hoedanigheid van een naamwoord (meestal het zelfstandig naamwoord) weergeeft. Ze komen op twee verschillende manieren voor, t.w.:
- 1. Als bijvoeglijke bepaling van het zelfstandig naamwoord. (het witte huis)
- 2. Als naamwoordelijk deel van het gezegde. (de tuin is prachtig)
- Bijvoeglijke naamwoorden worden in principe verbogen en dienen dan in geslacht, naamval en in enkel- en meervoud overeen te komen met het zelfstandig naamwoord of voornaamwoord waar ze bij horen. (η ξύλινη πόρτα - de houten deur / η σωστή απάντηση - het juiste antwoord)
- De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben aparte vormen voor het mannelijke, vrouwelijke en onzijdige geslacht.
- Sommige bijvoeglijke naamwoorden hebben slechts een vorm en zijn onverbuigbaar.
- Met een bijvoeglijk naamwoord geplaatst na een zelfstandig naamwoord wordt de nadruk gelegd op datgene wat gezegd wordt, bv. «μια καρέκλα κόκκινη» - een rode stoel. Om iets speciaal te benadukken wordt een extra lidwoord gebruikt bv. «η γυναίκα η ωραία» -de mooie vrouw. In zo'n geval wordt het lidwoord herhaald en voor het bijvoeglijke naamwoord gezet.
- Een bijvoeglijk naamwoord functioneert als gezegde van het onderwerp of het lijdend voorwerp wanneer het correspondeert met de naam die het geslacht, enkel-of meervoud en de naamval bepaald b.v. «Το φανάρι είναι πράσινο» - Het verkeerslicht is groen en «Ο Πέτρος έβαψε τον τοίχο κίτρινο.» - Peter schilderde de muur geel.
In het Nederlands worden voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. In het Grieks worden de deelwoorden van zowel de actieve werkwoorden als de passieve werkwoorden bijvoeglijk, zelfstandig and bijwoordlijk gebruikt.
De bijvoeglijk gebruikte deelwoorden kunnen verdeeld worden in:
Het passive voltooide deelwoord (tekst en uitleg):
Een bijvoeglijk naamwoord verkregen van een deelwoord, een bijvoeglijk deelwoord, moet niet verward worden met een deelwoord als vorm van een werkwoord. Dus het deelwoord in de tegenwoordige tijd en dat in de verleden tijd van de actieve en passieve vormen zijn de echte tijden van het werkwoord.
De bijvoeglijke naamwoorden zijn de basis voor:
- De trappen van vergelijking
- Een groot aantal bijwoordelijk gebruikte bijvoeglijke naamwoorden.
Grieks | Nederlands |
---|---|
αγκαζέ | - bezet, gereserveerd, gearmd |
αναφορά. * | - relatief, betrekkelijk |
αντικ. * | - voorwerp |
βιολετί | - violet, paars |
γίντις | - Jiddisch |
γκρι | - grijs |
ελνστ. * | - Hellenistische |
δήθεν | - zogenaamde, verondersteld, vermeende |
εμαγέ | - emaille, glazuur |
εμαγιέ | - emaille |
ενεργ. * | - dynamisch, energiek |
κάργα | - volledig, geheel |
καφέ | - bruin |
κατ' εξοχήν | - allereerst |
κοραλλί | - koraal |
κομπλέ | - volledig, compleet |
κυριλέ | - chique |
λιλά | - lila, mauve |
λουξ | - luxe |
μίνι | - mini, klein, kort |
μοβ | - mauve |
μπανάλ | - banaal |
Grieks | Nederlands |
---|---|
μπεζ | - beige |
μπλε μαρίν | - marine blauw |
μπλε | - blauw |
ναβάχο | - Navajo (indiaanse taal) |
ναΐφ | - naief, onervaren |
οβάλ | - ovaal |
ον-λάιν | - on-line |
πλακέ | - vlak, plat |
ποπ | - pop (muziek, kunst) |
ποσέ | - gepocheerd |
πρώην | - voormalig, ex, eenmalige, ooit |
ριγέ | - gestreept |
ροζ | - roze |
ροζέ | - roze |
σαμπανιζέ | - sprankelend, champagne-achtig |
σικ | - chic |
σόκιν | - schokkend, stuitend |
σούπερ | - super, geweldig, ontzagwekkend |
τζιν | - gin |
τύφλα | - blind |
φίσκα | - ingepakt, compleet |
* De volgende afkortingen zijn afkomtig van de volgende woorden:
- «αναφορικός» - αναφορα.
- «αντικειμενικός» - αντικ.
- «ελληνιστικός» - ελνστ.
- «ενεργητικός» - ενεργ.