Tijden - wijzen Actieve Vorm
Aantonende wijs Enkelvoud Meervoud
Onvoltooid tegenwoordige tijd
πρέπει
Onvoltooid verleden tijd
έπρεπε
Aoristus
Voltooid tegenwoordige tijd
Voltooid verleden tijd
Toekomende tijd (1)
θα πρέπει
Toekomende tijd (2)
Voltooid toekomende tijd
Aanvoegende wijs
Onvoltooid tegenwoordige tijd
Aoristus
Voltooid tegenwoordige tijd
Gebiedende wijs
Tegenwoordige tijd
Aoristus
Deelwoord
Tegenwoordige tijd
Voltooid tegenwoordige tijd
Onbepaalde wijs
Aoristus
De eigenschappen van «πρέπει» zijn:
  • Het is een onpersoonlijk werkwoord.
  • Het heeft geen voltooide tijden.
  • Het drukt een noodzakelijkheid of een verplichting uit.
  • Het wordt in de betekenis van een verplichting gevolgd door een «να-zinsdeel» plus een werkwoord in de o.t.t. en de aoristus van de aanvoegende wijs en in de o.v.t. en de v.v.t. van de aantonende wijs.
  • De negatieve vorm van «πρέπει» drukt een verbod of een afkeuring uit.
Voorbeelden van «πρέπει»:
ελληνικά ολλανδικά
Οι νέοι πρέπει να σέβονται τους μεγαλυτέρους. De jonge mensen moeten de ouderen respecteren.
Που πρέπει να to φερθώ; Waarheen moet ik het brengen?
Aυτά τα παπούτσια είναι ό,τι πρεπει για ορειβασία. Deze schoenen zijn nodig om te klimmen.
Δεν ξέρω αν πρέπει να πάω. Ik weet niet of ik moet gaan.
Πρέπει να έχει αρχίσει η παράσταση. Hij moet met de voorstelling zijn begonnen.
Πρέπει να κόψεις το τσιγάρο Je moet met roken stoppen.
Πρέπει να έρχομαι το τρένο. Ik moet de trein halen.
Wanneer komt «πρέπει» voor:
  • «πρέπει» wordt in de tegenwoordige tijd gebruikt bij een verplichting, die meestal geldt of alleen voor het heden geldt.
  • «έπρεπε» wordt in de verleden tijd gebruikt bij een verplichting in het verleden, al dan niet volbracht. Het kan ook een zinspeling van de spreker zijn of iets echt is of waarschijnlijk.
  • «θα έπρεπε» wordt gebruikt bij een aarzelende verplichting in de toekomst, die niet volbracht werd in het verleden.

Nog enkele voorbeelden hiervan:

ελληνικά ολλανδικά
Θα ΄πρεπε να ντρέπεσαι γι΄αυτά που είπες. Je zou je moeten schamen over wat je zei.
Πρέπει να τα ήξερε πάντα αλλά έκανε τον ανήξερο Hij moet het altijd geweten hebben, maar hield zich dom. (lett. maakte hem onwetend)
Έπρεπε να την έβλεπα αυτή την ταινία. Ik moest die film zien.
Aν ήθελες να την ευχαριστήσεις, θα έπρεπε να της κάνεις μια ζωγραφία. Als je haar wilt bedanken, zou je een schilderij voor haar moeten maken.
Εννοείς ότι δεν θα έπρεπε να έρχεσαι. Je bedoelt dat je niet in staat was te komen.
Οι φίλοι του έπρεπε να τον είχαν βοηθήσει. Zijn vrienden hadden hem moeten helpen.